After The Break: Vragen en antwoorden webinar nieuw huwelijksvermogensrecht

juni 14 10:57 2017 Print dit artikel

Ruben Stam gaf gisteren tijdens de HBC Break tekst en uitleg over de wijzigingen in het huwelijksgoederenrecht per 1 januari 2018. Naar aanleiding van dit webinar kwamen vele aanvullende vragen binnen van kijkers. Een aantal van die vragen, én de antwoorden van Stam, willen we u niet onthouden.

HBC webinar 1306De wijzigingen in het huwelijksvermogensrecht kunnen ook gevolgen hebben voor het hypotheekadvies. Dat is met name het geval waar fiscaliteit en huwelijksvermogensrecht samenkomen. Aan de hand van diverse voorbeelden ging Ruben Stam, Fiscalist bij Nationale-Nederlanden Bank, hier samen met de kijker stap voor stap doorheen. Klik hier om het webinar terug te kijken.

Hieronder vindt u enkele aanvullende vragen van kijkers, en het antwoord van Stam.

Vraag

Gaat alleen een goed dat 50/50 eigendom vóór het huwelijk is de gemeenschap in?

Antwoord

Het gaat erom dat een vermogensbestanddeel gezamenlijk is. De gezamenlijke eigendom kan zijn 50:50, maar ook iedere andere eigendomsverhouding leidt ertoe dat dit goed bij een huwelijk onder het nieuwe huwelijksgoederenrecht, bij een huwelijk zonder huwelijkse voorwaarden, in de huwelijksgoederengemeenschap valt. Dat geldt dus ook bij een eigendomsverhouding van 99:1.

Vraag

Schenking in 2018, huwelijk van voor 2018 GvG; valt de schenking automatisch in de gemeenschap of moet die expliciet worden ingesloten?

Antwoord

Met ingang van 1 januari 2018 bepaalt art. 1:94 lid 2 BW dat, bij een huwelijk zónder huwelijkse voorwaarden, schenkingen niet tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren. Dit geldt voor nieuwe huwelijken, dat wil zeggen, huwelijken zonder huwelijkse voorwaarden die vanaf 2018 tot stand komen. Voor per 31 december 2017 bestaande huwelijken kent de wet een overgangsbepaling (artikel IV):

‘Op een gemeenschap van goederen, ontstaan vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft artikel 94 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet.’

Dit betekent dat het huidig recht relevant blijft voor schenkingen vanaf 2018 voor huwelijken van voor 2018 (zonder huwelijkse voorwaarden). Die schenkingen vallen in principe in de gemeenschap, tenzij de schenker anders heeft bepaald (toepassing uitsluitingsclausule).

Vraag

Wat als ze in dit voorbeeld de volle hypotheek van 200.000 hadden genomen (kwam bij laatste voorbeeld deze vraag)

Antwoord

Als André en Anna € 200.000 hadden geleend in plaats van € 150.000 dan is de uitwerking onder het nieuwe huwelijksvermogensrecht – uitgaande van een huwelijk zónder huwelijkse voorwaarden én van een annuïteitenhypotheek voor het geheel – als volgt.

André leent in dat geval € 100.000. Vanwege zijn eigenwoningreserve bedraagt zijn eigenwoningschuld in dat geval € 50.000. Zijn schuld in box 3 bedraagt eveneens € 50.000. Voor Anna geldt eveneens dat zij € 100.000 leent. Nu er sprake is van een volledige annuïteitenhypotheek is er voor haar deel nu volledig sprake van een eigenwoningschuld, waarvoor zij de rente kan aftrekken.

Samenvattend: er is een eigenwoningschuld van € 150.000 en een box 3-schuld van € 50.000. Uiteraard, als een deel van de lening niet het karakter van een annuïteiten- of lineaire hypotheek heeft, is de uitwerking voor Anna weer zoals tijdens de presentatie is besproken.

Vraag

de EWR vervalt na 3 jaar als er geen eigen woning meer is. blijft het verleden van de renteaftrek wel gelden zoals hier in enkele voorbeelden wordt geschetst?

Antwoord

Het eigenwoningverleden vervalt, anders dan de eigenwoningreserve, niet. Wie bijvoorbeeld in 2001-2006 vijf jaar renteaftrek heeft gehad over een ton en sindsdien in een huurwoning woont, moet met dit eigenwoningverleden rekening houden bij de financiering van een nieuwe woning anno 2017 (of 2018).

Dit betekent dat hij tot een ton nog maar 25 jaar renteaftrek kan genieten. Overigens geldt in dit voorbeeld dan wel de aflossingseis die sinds 2013 aan nieuwe leningen wordt gesteld. Het overgangsrecht kan vanwege het (lange) tijdsverloop niet meer herleven.

Vraag

Stel voor de beperkte huwelijk de hypotheek aangegaan bij v.b. van Andre en Anna. En meteen hierna getrouwd en hierna getrouwd in gemeenschap in 2018 . Moet de EWS en verdeeld worden.

Antwoord

Als partners alsnog trouwen in een algehele gemeenschap van goederen – dus vanaf 2018: dat zij huwelijkse voorwaarden in die zin maken – vindt er alsnog boedelmenging plaats.

In dat geval vindt de ‘economische benadering’ toepassing. Het eigenwoningverleden van Andre gaat dan voor de helft over op Anna en omgekeerd.

  Article "tagged" as:
  Categories:
Toon meer artikelen

Over de auteur

Hypotheek Business Club
Hypotheek Business Club

De Hypotheek Business Club is een uniek platform waar hypotheekprofessionals elkaar treffen en ervaringen en gedachten kunnen uitwisselen. Kennisoverdracht, nieuws, opleidingen en netwerken zijn enkele eigenschappen van de Club.

Toon meer artikelen
write a comment

0 Comments

Nog geen reacties

Je kunt de eerst zijn om de discussie te starten.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achter laten.